Thursday, December 23, 2010

Bozig

Aan tafel deden we een rondje: waar ben je bang voor? Jongste begon: 'Als jullie zomaar beginnen te gebaren, dat vind ik heel erg eng!' Ach ja, stel je voor dat ze het over je hebben zonder dat je het kunt volgen; dat is ook best erg eng.
Dochterlief wees giechelend naar oudste. 'Ik ben bang voor jou!' Ook dat kan ik me voorstellen, een grote broer kan heel imponerend overkomen op jongere zusjes, of niet dan?
Oudste zelf deed ook een duit in het zakje. 'Kleine mensen, die zijn eng, van die mensen met een handicap die echt heel klein zijn en je dan zo aankijken van wat-moet-je-joh?'
Dat deed mij ergens aan denken. 'Weet je waar ik bang voor ben? Mensen die boos naar me kijken.' Want dat is zo. Als ik maar het geringste vermoeden heb dat ik iets heb misdaan om me andermans gram op de hals te halen, wil ik ter plekke door het stof. Alles heb ik er voor over om het weer goed te krijgen, daarbij totaal niet gehinderd door valse trots. Zo had ik bij mijn eerste secretaressebaan een veel oudere collega die mij (maar dat zie ik pas achteraf zo duidelijk) als bedreiging zag en er alles aan deed om mij te kleineren. Als ik naar haar zin niet beleefd genoeg binnenkwam moest ik het overdoen: 'Kom maar eens opnieuw binnen, en deze keer graag mét een goedemorgen!' En ik deed het, ik deed het allemaal want oei, die priemende blauwe oogjes. Veel, heel veel later en een overleden 'vriendschap' verder, besefte ik pas wat een macht ik mensen over mijzelf gaf door deze karaktereigenschap.
Maar zoals het zo vaak gaat, doorzien wat je gedrag voor gevolgen heeft voor jezelf en daar daadwerkelijk iets aan kunnen veranderen zijn twee heel verschillende dingen. Daarom vind ik het zo bijzonder om te zien dat dochterlief zo totaal anders in elkaar steekt op dat gebied. Vorig schooljaar had ze twee 'best friends'. Eén van de twee bleef zitten, de ander liet haar zitten op de eerste dag van het nieuwe schooljaar. Dochter heeft nog geprobeerd uit te zoeken wat er aan de hand was maar bij haar overheerste vooral de boosheid om het verraad. Ze had daar nog wel overheen willen stappen als de andere partij daarvoor open stond maar toen dat duidelijk niet het geval bleek, was het wat haar betreft helemaal over. Kijk, en dat zou ik dus echt niet kunnen: vijf dagen per week in dezelfde ruimte verblijven met iemand die geen gelegenheid voorbij laat gaan om je bozige blikken toe te werpen. Dochterlief kan dat. Ze heeft niks fout gedaan en ze is er klaar mee. Letterlijk. Er is een nieuw setje vriendinnen en met de zittenblijver van vorig jaar onderhoudt ze nog levendig contact en zo is het goed. Goed wel, he.